Het eerste dat in mij opkwam toen ik het woord ‘moedertaal’ hoorde, was de gedachte aan iets fijns, iets zoets op mijn tong, mijn moeder. Of dat komt door het begrip moeder in het woord ‘moedertaal’, of omdat er meer achter zit, weet ik niet.
Ondertussen is een dierbare vriend overleden. Ik zie allerlei berichten langskomen op Facebook. Triest allemaal. Het houdt me bezig. Maar pas als ik een bericht tegenkom dat in het Farsi is geschreven, breekt er iets. De krop in mijn keel glijdt naar beneden tot hij mijn hart bereikt.
Mijn vak, beeldende kunst, heb ik in Nederland geleerd. Daarom praat ik over mijn vak gemakkelijker in het Nederlands dan in mijn moedertaal. Als kunstenaar ben je bewust of onbewust continu in contact met alles wat je ooit in je brein hebt opgeslagen. Dus ontstaat mijn kunst in de context van twee omgevingen. Die van mijn moedertaal en die van de nieuwe taal. Daar ben ik hartstikke blij om. Twee goudmijnen.
Nosrat Mansouri Gilani is beeldend kunstenaar. Hij woont en werkt in Amsterdam en spreekt Farsi en Nederlands.
Dit verhaal is onderdeel van onze serie waarin tweetaligen vertellen wat hun (moeder)talen voor hen betekenen. Wil je meer verhalen lezen, klik hier. Je kunt je ook inschrijven voor onze nieuwsbrief, zodat je geen enkel verhaal mist!