Genève – Op 25 augustus j.l. heeft het VN-Comité inzake rassendiscriminatie Nederland aangemaand maatregelen te nemen zodat meertalige leerlingen niet beperkt of bestraft worden als zij op school hun moedertaal spreken. Het Comité zegt zich zorgen te maken over discriminatie die leerlingen met een migratieachtergrond ondervinden binnen het Nederlandse onderwijs. Het gebruik van de thuistaal mag, op grond van het VN-Verdrag inzake rassendiscriminatie, niet worden verboden.
Het verbod op het spreken van andere talen dan het Nederlands wordt nog steeds algemeen toegepast op scholen. Zo vertelde een leerkracht recentelijk (Volkskrant 18/2/21) dat wanneer zij haar leerlingen betrapt op het spreken van hun eigen taal in de klas, zij tijdens de pauze moeten overblijven en bladzijden uit het woordenboek Nederlands moeten overschrijven. Dit werd als een goed voorbeeld gepresenteerd. Ook ouders wordt regelmatig gevraagd om bij het ophalen of naar school brengen van hun kinderen, uitsluitend Nederlands te spreken met hun kinderen. De Rutu Foundation herkent dit beeld. Ellen-Rose Kambel, directeur: “Wij ontvangen en verzamelen al jaren dergelijke signalen. De gedachte leeft algemeen dat het beperken van de moedertaal leerlingen helpt om Nederlands te leren. Het tegendeel blijkt waar.”
Hoe goed bedoeld ook, wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het verbieden of bestraffen van de thuistaal precies het tegenovergestelde effect heeft. Met het afwijzen van de thuistaal wordt ook een deel van de identiteit van het kind afgewezen. Dit beperkt hun sociaal-emotionele- en cognitieve ontwikkeling. Op scholen waar leerlingen worden bestraft voor het gebruik van hun thuistaal, blijken de leerlingen bijvoorbeeld slechter te scoren op begrijpend lezen dan op scholen waar hun talen worden verwelkomd. De leerlingen schamen zich vaker voor wie ze zijn en hebben minder vertrouwen in hun eigen toekomst.
Vorm van discriminatie op grond van ras of etniciteit
Met deze conclusies en aanbevelingen heeft het VN-Comité bevestigd dat het beperken of bestraffen van het gebruik van de moedertaal op school door meertalige leerlingen met een migratieachtergrond een vorm van discriminatie is op grond van ras of etniciteit. Het VN-Comité roept Nederland tevens op om de training van leerkrachten uit te breiden met meertalig onderwijs. Nederland moet reeds binnen één jaar rapporteren aan het Comité over de uitvoering van de aanbevolen maatregelen met betrekking tot discriminatie in het onderwijs.
Het VN Comité inzake rassendiscriminatie is het toezichthoudend orgaan van het Internationaal Verdrag inzake alle vormen van rassendiscriminatie. De leden zijn onafhankelijke experts. Het Comité komt tot haar conclusies en aanbevelingen op basis van rapportages van de Staat, het College voor de Rechten van de Mens en NGO’s. Nederland is als lidstaat verplicht om elke vijf jaar te rapporteren over de naleving van het verdrag.
Lees meer over de aanbevelingen in het Engelse artikel.
Voor meer informatie:
- Het volledige rapport van het Comité:
- Rapportage van de Staat:
- Rapportage van de Rutu Foundation:
- Gezamenlijke NGO Rapportage: