Lees Greta’s verhaal in het Nederlands
I am Greta Pane-Kiba. I am an indigenous woman from the tribe of the Caraïben, the Kari’na. I live in Suriname in the village of Galibi. For 37 years I was a teacher and now I’m retired.
In our village Kari’na is still spoken by young and old. We also speak Dutch and Sranan Tongo. I speak three languages, but I express myself mostly in Dutch. I can express myself better in it. That’s because I was given away when I was 6 years old to Dutch-speaking foster parents. Although I did not understand Dutch at all, I could not speak my mother tongue. Even at school it was banned. I was often insulted and discriminated against during that time.
When I returned to the village after my training college, it was very difficult to communicate with the people in the village. Gradually this improved a lot. So it is very good that there is now more freedom to speak the language you want. In Galibi children are cared for in their mother tongue when they first go to school. They also learn Dutch, the official language of the school. Some parents also speak Dutch and Sranan Tongo. So there are children that are multilingual.
Nobody can stop you from speaking your Mother language. It gives you security. You feel comfortable and you can express your feelings better. I am proud of my indigenous culture and my native language, Kari’na.
KAMAKON WAPONAKA JASAKAREKON!!!
– Greta Pané-Kiba is one of the initiators of the bilingual math project Maths, Naturally!, carried out by the Rutu Foundation in Suriname.
This is part of our series in which bilinguals share what their languages mean to them. To read more stories: click here. You can also sign up for our newsletter to make sure you don’t miss a story!
Niemand mag je ervan weerhouden je moedertaal te spreken
Ik ben Greta Pané-Kiba. Ik ben een inheemse vrouw van de stam der Caraiben, de Kari’na. Ik ben 37 jaar leerkracht geweest en nu ben ik met pension.
In ons dorp wordt nog Kari’na gesproken door jong en oud. Daarnaast spreken we ook Nederlands en Sranan tongo. Ik spreek de drie talen, maar uit me toch meer in het Nederlands. Ik kan me zelf beter uitdrukken daarin. Dat komt omdat ik op m’n 6e jaar ben weggegeven aan Nederlands sprekende pleegouders. Ondanks dat ik helemaal geen Nederlands verstond, mocht ik mijn moedertaal niet spreken. Ook op school was dat verboden. Ik ben vaak beledigd en gediscrimineerd in die tijd.
Toen ik terugkwam in het dorp na mijn kweekschool was het heel moeilijk om te communiceren met de mensen in het dorp. Gaandeweg is het heel veel verbeterd. Het is dus heel goed dat er nu wat meer vrijheid is om de taal te spreken die je wilt. In Galibi worden de kinderen in hun moedertaal opgevangen als ze voor het eerst naar school gaan. Daarnaast leren ze het Nederlands, de schooltaal. Sommige ouders spreken ook Nederlands en Sranan tongo. Enkele kinderen zijn dus meertalig.
Niemand mag je ervan weerhouden om je moedertaal te spreken. Het geeft je zekerheid. Je voelt je prettig en je kan je gevoelens beter uiten. Ik ben trots op mijn inheemse cultuur en mijn moedertaal, het Kari’na.
KAMAKON WAPONAKA JASAKAREKON!!!
– Greta Pané-Kiba is één van de initiatiefnemers van het tweetalig rekenproject Natuurlijk, Rekenen! dat door de Rutu Foundation in Suriname is uitgevoerd.